RUIMTE - Herontwikkeling visie ingenieurs- en directeursvilla's

Reeds geruime tijd wordt door eigenaars en diverse ontwikkelaars gevraagd welke de ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor diverse ingenieursvilla’s en directeursvilla’s in de tuinwijken. Rekening houdend met de historiek van Genk, ontwikkeld in wijken volgens een sociaal economisch weefsel van een sterke steenkoolindustrie, wordt dergelijke vraag altijd bekeken vanuit het perspectief van het behoud van de kwaliteiten die eigen zijn aan Genk. Het hedendaags ontwikkelingsmodel van onze stad bouwt immers verder op deze ontstaansgeschiedenis die ons ruimtelijk en samenlevingsmodel in grote mate bepaalt. De ruimtelijke weefsels van de tuinwijken zijn gekenmerkt door een stedenbouwkundige hiërarchie die de positie in de fabriek weerspiegelt.

De directeurswoningen op prominente plaatsen (meestal aansluitend op en/of met zicht op de fabriek) in monumentale villa’s met grote parktuinen, de ingenieurs in statige lanen, de arbeiders in goed ontworpen tuinwijkwoningen met veel aandacht voor levenskwaliteit na de arbeid door onder meer een genereus en groen openbaar domein. Dit is de geschiedenis van Genk. Voortgaand op de kwaliteiten van de tuinwijken werden diverse beschermingsbesluiten uitgevaardigd door Vlaanderen ter bevestiging van de waarde van deze gehelen. Met uitzondering van de kerken werden in de tuinwijk geen panden individueel beschermd maar als bouwkundig geheel.

Een stad moet anderzijds ook kunnen evolueren, functies wijzigen en er zijn nieuwe economische logica’s. Momenteel wordt anders gekeken naar vastgoed en beschikbare ruimte dan 100 jaar geleden. En stad moet ook weloverwogen keuzes maken waar ze wil verdichten etc… Dit betekent dat er nieuwe evenwichten nodig zijn die enerzijds rekening houden met de ontstaansgeschiedenis en de kwaliteiten van Genk en anderzijds met nieuwe logica’s. De grote industrieel die in alle huisvestingsnoden voorzag, is er immers niet meer.

2021-09-22 - Directeursvilla.jfif

Hieronder een overzicht van de drie leidende principes die we als kader hanteren voor vragen over ingeniers- en directeursvilla’s van de tuinwijken zijn:

1. De hoofdgebouwen (de villa’s) kunnen een andere hoofdbestemming dan wonen krijgen. We denken onder meer aan B&B, restaurant, showrooms, exporuimtes, coworking spaces, kleinschalige zorgcomplexen etc… Elke herbestemming moet met respect voor de architecturale waarde van het pand gerealiseerd worden. Voorwaarde hierbij is dat er een minimale woonfunctie aanwezig is, enerzijds om het originele opzet en functionele logica in stand te houden, anderzijds om een garantie te hebben op ‘gebruik’ waarbij we doelen op onderhoud, ventilatie, verwarming etc… Op de voorwaarde voor minimale bewoning in de hoofdgebouwen kan worden afgeweken in functie van de aard van de bestemming. Indien er bijvoorbeeld een hotelfunctie of B&B wordt ondergebracht, kan deze voorwaarde worden losgelaten.

2. De villa’s en hun tuinen vormen één geheel. De vaak statige positie in de tuinwijken (bij het binnenrijden, langs de lanen,… ) onderstreept de betekenis van deze villa’s in het gehele complex van de tuinwijken. Bovendien bepalen de tuinen van de villa’s vaak mee het groenkarakter van de wijken. De villa’s én de tuinen blijven in elke situatie één geheel. Dit wil zeggen dat er niet verkaveld kan worden, ook niet als de tuin aansluit op een achterliggende uitgeruste weg. Hierop/hiervan kan worden afgeweken wanneer er voorheen een verkaveling bestond waardoor een stuk van de grond niet meer als tot de villa behorend kan worden beschouwd. Bij elke ontwikkeling worden de meest monumentale bomen in de tuin opgemeten en worden deze richtinggevend voor nieuwe inrichtingen.

3. Er zijn beperkte nieuwbouwmogelijkheden. Op voorwaarde dat er voor het geheel (villa én tuin) een samenhangende visie op een herbestemming is, kunnen er beperkte nieuwbouwelementen worden toegelaten. Dit wil zeggen dat er beperkte uitbreidingen, gekoppeld aan de villa kunnen worden toegelaten of dat er in uitzonderlijke gevallen een beperkte nieuwbouw in de tuin kan gerealiseerd worden die de bestemming van het geheel ondersteunt (bv. een expopaviljoen, een welnessgebouw bij een B&B, … ).

Toon Vandeurzen